dinsdag 5 september 2017

De Colruyt


Zo van die moeders die het allemaal op een rijtje hebben. Moeders die ’s ochtends hun kinderen naar school sturen met een potje lievelingsfruit, een origineel gevulde brooddoos en matchende outfits. De brieven voor de juf zijn netjes ingevuld, de sportzak hangt al van de dag voordien klaar (beter nog: de sportzak heeft een vaste plek).
Zo van die moeders die op zaterdag naar de Colruyt gaan met een weekmenu in de hand, en dat zo perfect kunnen inschatten, dat ze de hele week voorzien zijn van eten. Met een perfect getimede lege koelkast op zaterdagmorgen tot gevolg. Het beleg wordt nooit onaangeraakt-doch-beschimmeld weggegooid. Geen enkele middag wordt de vraag: ‘wat gaan we eten?’ gesteld.

Zo’n moeders, daar ben ik jaloers op.

Ik bedankte meermaals de uitvinders van Collect and go, de enige oplossing om ondanks de chaos in mijn hoofd, toch aan een voorraad eten te geraken. Ik ben rotslecht in het inschatten van hoeveelheden, dus koop ik voor de zekerheid ‘genoeg’. Om dan 2 dagen later te constateren dat ik niets in huis heb om een warme maaltijd mee te bereiden, maar dat er wel genoeg havermout is om het gezin 4 maanden lang in leven te houden.

Zo’n moeder ben ik.

Vorige week gingen we naar de Colruyt. Echt, de bakstenen winkel.
Dat de Colruyt het tofste pretpark van het land is, wordt gezegd.

De poort opende vanzelf. Rube wandelde de grot van Alibaba binnen. De hoeveelheid schatten, die tot hoog boven hem torenden, deden hem duizelen.
‘Waaaaaaaw!’, riep hij.
En: ‘Ooooooh!’
En: ‘Mamaaaa, KIJK VLUG!’

Hoe verder we de winkel in wandelden, hoe serieuzer ik me afvroeg of Rube überhaupt ooit al in een supermarkt was geweest. Collect en Go mag dan wel mijn redding zijn, toch sloop er een klein schuldgevoel binnen. Hoe kon ik Rube dit plezier zo lang ontzegd hebben?
Hij had nog nooit zoveel 'Nimolaten' (limonades) gezien, en was welgemeend onder de indruk van al die 'lekkere mensendingen'. (Je hebt 'kindjes', en je hebt 'mensen', jeweetwel. En al dat lekker snoep dat hij waarschijnlijk toch niet zal krijgen, behoren in zijn categorie 'mensendingen')







In gedachten verzonken nam ik een brood uit de lade. Een Zweeds wit, lekker mals.
‘EEN BROOD!’ roept Rube enthousiast.
Ik knipoog naar Rube, steek het brood in de snijmachine en leg een broodzak op het plankje. Licht gebukt hou ik mijn handen alvast keepergewijs voor de brooduitgang. Opdat geen enkel sneetje zou ontsnappen, ik wil waar voor mijn geld.
Rube kijkt met grote ogen.
‘Mama!’ roept hij. ‘Een tovermachine!! Jij heeft een BROOD in de machine gesteekt, en er komen BOTERHAMMEN uit!’
En vooral: hij meent het.
Dat boterhammen gesneden broden zijn, dat had hij nog niet eerder opgemerkt.

Norah rolt met haar ogen, ik schiet in de lach. Dit was ongetwijfeld onze meest leerrijke uitstap ooit.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten