donderdag 28 april 2016

Voorlichtingspraatjes

'Mamaaaaaaa,' zegt Norah.
Ze komt het toilet binnen.
Een toiletbezoek zonder pottenkijkers, dat moet zo'n jaar of 4 geleden zijn.
Net zoals douchen zonder kinderen die onder de warme straal staan, of een boterham eten zonder mondjes die mijn beleg opeten.

'Mama, als jij in de kleuterklas zat, zat ik dan al in jouw buik?'
Even voel ik lichte paniek. In voorlichtingspraatjes heb ik op dit moment weinig zin.
'Nee, nog lang niet,' zeg ik.
Dat ik: 'voor een klein stukje wel al' had moeten antwoorden, dat laat ik even terzijde.

Norah giechelt.
'Nee hé! Dan was ik nog een visje! Een zaadje! Dat weet ik wel hoor!'

Ze gaat het toilet uit, met haar wijsneus in de lucht. Haar vlechtje wiebelt bij de zelfzekere passen die ze neemt.
'Ik ben de winnaar, want ik was eerst bij het eitje!' voegt ze er nog trots aan toe.

Ik blijf verdwaasd achter en grinnik. Blij dat ze dit even zelf ophelderde.
Als dit voorlichting is, dan kijk ik er niet eens tegen op.

zondag 24 april 2016

foto 1 - de interpretatie van Norah

Norah zit te kleuren. Op haar blad staat een beer - met de neus in de vorm van een hartje - die een taartje eet. De beer draagt een kroontje, een tutu en vleugeltjes.
'Mama?' vraagt ze, 'is het een echte beer, of een knuffelbeer?'
'Een knuffelbeer', zeg ik. Ik stel me even een een grommende bruine beer voor, die in een roze tutu zijn meest bloeddorstige blik geeft.
Norah fronst.
'Het is zéker een echte beer hoor mama! Knuffelberen kunnen helemaal geen taartjes eten!'

Logisch.

'Mama, ga jij zeggen wat ik mag tekenen?' vraagt ze, als ze klaar is met kleuren.
Ik denk na. Op een zondag als deze is mijn inspiratie minder origineel dan die van Mister Google. Op een gevleugelde ballet-beer-prinses mét taart was ik zelf niet gekomen.
'Weet je wat?' zeg ik, 'je mag de foto van het fotoverhaal natekenen.'
Ik toon haar de foto die we vandaag maakten.

Zonder commentaar op mijn voorstel gaat ze aan de slag. (Zonder commentaar, dat is eerder zeldzaam.)

Et voilà! Dit is de interpretatie van een 4,5 jarige op het portret van de 3 kindjes!
Schitterend vind ik het. Al was het maar voor de tandjes van Norah en de schaapachtige lach van Rube. Ze was zelf een beetje in de war hoe Bores nu precies in elkaar zit, maar goed, ze heeft duidelijk wel naar de foto gekeken.

Voel ik daar een maandelijkse traditie aankomen? 
Fotoverhaal versus kinderlijke interpretatie!

 

Goede voornemens: een fotoverhaal - foto 1

Bij vriendinnen zie ik zo'n foto's vaak passeren: foto's van hun kindje(s) bij een knuffelbeer, in de zetel, op het verzorgingskussen. Week na week, maand na maand op dezelfde plaats, zodat je goed de evolutie ziet. Geweldig vind ik dat, en niet in het minst omdat de mama's (of papa's?) dat zo consequent volhouden.

Nu maak ik voor mezelf een goed voornemen: 1x per maand fotografeer ik de kindjes, als prachtige visuele herinnering.  Om niet te vergeten welke gezichten bij de verhaaltjes horen.

En omdat ik dit nu zo plechtig beloof op 't internet, kan ik niet anders dan van mezelf ook zo'n consequente moeder te maken.
Elke maand dus. En dit is de eerste: april 2016



April 2016

Norah,

jij bent nu 4,5 jaar, al een heuse jongedame. Nog steeds neemt het plezier in jou ogen toe recht evenredig met de hoeveelheid roze in jouw omgeving. En nog steeds ben je weg van flamingo's. En Hello Kitty.
Je hebt temperament, dat is zeker. Maar geleidelijk aan komt er ook een klein beetje opening tot overleg als de woede begint te borrelen. Dat is een grote stap, en daar ben ik blij om.

Jouw tekeningen zijn prachtig. Elke avond eindig ik met een hele stapel kunstwerkjes op mijn bureau.

Rube,

Om deze foto te maken, hebben we de volledige trukendoos gebruikt. Niet omdat je niet graag op de foto staat, integendeel. Gewoon omdat er veel meer plezier schuilt in het tegenovergestelde doen van wat gevraagd wordt.
Een sloeber met een peperkoeken hart, dat ben jij.

'Hoe stelt hij het op school?' vragen de mensen. 'Goed!' zeg ik dan, 'maar ik weet niet hoe de juf het stelt.'

De zindelijkheidstraining gaat niet geweldig goed. Je bent zindelijk, ja. In jouw blote poep. Maar bij het aantrekken van een broek krijg je groen licht om te plassen waar je maar wil. Je hebt geen idee hoe hard ik verlang tot je de klik maakt.

Bores,

jij bent een analist. Gisteren kroop je voor het eerst. Met heel mooi gevormde bewegingen.
Dat kon ook niet anders, want al dagenlang oefen je elke beweging apart. Bij jou geldt 'met vallen en opstaan' niet. Je oefent, vòòr je er aan begint. Eerst zat je in kruiphouding, tot die houding een gewoonte werd. Daarna in kruiphouding met 1 arm of been omhoog. En zo bleef je zitten, minutenlang, op zoek naar het perfecte evenwicht.
En vandaag, nadat je elke arm en elk been met een bepaalde zekerheid van de grond durfde halen, heb je de bewegingen aan elkaar gebreid. Je kroop, en je was fier!

Je bent als een vrolijke, lieve jongen op de wereld gekomen. En dat is nog steeds zo. De vleesgeworden vriendelijkheid.

Deze week was een week van primeurs. Je leerde niet alleen zelfstandig voortbewegen, je kreeg ook 2 tandjes én at voor het eerst vaste voeding. Gemixte papjes wil je niet, dus je eet grote stukken (komkommer, banaan en appelsien lukken al een beetje). Je wil ook geen flesjes, maar aangezien je altijd bij mij bent, is dat niet erg.

De haartjes die je kwijt was komen heel geleidelijk aan terug, hetzij niet meer bruin. Net als jouw broer wordt je blond! (denk ik)

donderdag 21 april 2016

Een fiets voor gezellige bijtjes - DIY


Ik was zo'n jaar of zeven. Op het blad papier verder op mijn bureau stond een ontwerp van een fiets met 5 plaatsen. Een tandem, maar dan een tikkeltje langer.
Geconcentreerd werkte ik aan het schaalmodel in ijzerdraad.
Het dingetje is nooit helemaal af geraakt, maar mama vond het prachtig. (Tot op heden staat het in de slaapkamer tentoongesteld.)

In mijn fantasie gingen we op vakantie met een volledig gepimpte gocart. Voor iedereen een plaatsje, dicht bij elkaar. Als bijtjes in een raat.
Ik heb altijd al een heel sterk gezelligheidsgevoel gehad bij zo'n dingen. 
Waar je in de heerlijke aanwezigheid van anderen stilletjes jezelf kan zijn.
Het is niet voor niets dat ik zo dol ben op ons bed. Mijn kinderlijke fantasieën zijn nooit helemaal weggegaan, en nu ik op eigen benen sta ben ik vrij me daar helemaal in te laten gaan. :-)

Dus: een fiets om gezellig met z'n allen te cruisen, dat zag ik wel zitten!
En aangezien ik zin had in nog een DIY-foefel-knutsel-blogje, ging ik op zoek naar een ietwat afgeleefd tweedehands exemplaar.
(Bovendien: elk pretpark heeft zijn eigen treintje. Feryndorp doet daar graag aan mee! ;-) )



Eigenlijk heb ik helemaal niet veel veranderd. De fiets werd in het zwart gespoten en de oude accessoires werden vervangen door nieuwe. Op de bak kleefde ik driehoekjes in mdf en de handvaten werden overtrokken met leder.
Het plan is om lederen zeteltjes te maken voor ons luxewagentje, maar dat is er nog niet van gekomen. En voor het regenweer moet er ook nog een huif komen! We weten dus nog wel wat gedaan de komende periode.
Het originele exemplaar


In de bak maakten we bankjes, ideaal voor 4 kindjes. Hier moeten nog lederen zeteltjes komen.
Ik voorzie de fiets van lederen handvaten
Zus Yanne test de fiets. Ze brengt de 3 oudste kindjes naar de klas. Anna gaat mee, gewoon omdat het kan. :-)




zaterdag 16 april 2016

Een verhaal met uitspattingen

Ik schreef reeds eerder een blogje over de dierlijke kant van Rube. Daar waar ik toen wat stiekeme trekjes van verschillende diersoorten in Rubes handelingen ontdekte, begin ik nu te vrezen voor een echte verdierlijking.

De tuin

'Moh, kijk eens naar buiten!' zeg ik verschrikt tegen zus Yanne.
Rube staat in zijn blote poep, met de benen wijd gespreid en de fluit in de wind. Hij kijkt bewonderend naar het plasje dat hij produceert.
We lachen, stiekem, met het absurde zicht.
Ondertussen trek ik mijn schoenen aan om naar buiten te gaan. Hoe grappig het er ook uit ziet, ik wil hem er toch op wijzen dat het niet hoort.

Rube buigt wat dieper door de knieën. De benen zijn nog steeds wijd gespreid en zijn zelfbewondering groeit met de seconde.
Jawel, een dikke drol. Netjes in het gras geplant.

Ik voel even een scheut adrenaline en ik snel naar buiten.
Mira, die bij elke wandelaar met hond denkt aan de plastic zakjes in diens jaszak, mag nu zélf drollen rapen.
Ik loop met idiote passen - mijn schoenen waren nog niet dicht - door het gras en zie het in slowmotion gebeuren:
Rube kijkt tevreden naar zijn prestatie, beslist zijn kunstwerk een persoonlijke toets te geven en wrijft het hoopje met een vloeiende beweging open met zijn schoen.

Daar sta ik dan, op een mooie zonnige namiddag, buiten met een takje de kaka uit de ribbeltjes van een schoen te krabben. Dit is niet het meest glamoureuze moment van mijn leven.

Die avond vergeet ik per ongeluk de schoen buiten. En die nacht onweert het.
Even overweeg ik de lederen schoen binnen te leggen, maar ik besluit het te vergeten.

De behoeften

Rube en zijn behoeften, dat is een verhaal met vele uitspattingen. Letterlijk.
Dat ik daar niet altijd om kan lachen, dat zeg ik er stilletjes bij. En dat niet elk behoeften-verhaal verteld moet worden, daar ben ik van overtuigd. Daarom laat ik het accidentje van vandaag (iets met 2 boterhammen eten terwijl hij op het potje zit, per ongeluk op de ene boterham plassen, verschrikt roepen dat de boterham nat is en dan per ongeluk TOCH de natte boterham in zijn mond stopt) best achterwege.

Pas op, voor moest je denken dat Rube een vuile jongen is wil ik toch even toevoegen dat hij heel graag in bad gaat.
Zo graag, dat hij het zelfs stiekem doet terwijl ik Bores afdroog.
In de veronderstelling dat hij met een potje in het badwater aan het spelen is, draai ik me om.
Daar zit hij, in bad, mét zijn kleren aan.

De ogen op mijn rug knipperen. Ze hebben dringend nood aan rust.

donderdag 14 april 2016

Als het hiernamaals internet had

Mama,

als er iets bestaat als het hiernamaals, dan hoop ik dat er internet is.
Dan hoop ik dat je aan volle snelheid kan surfen en in hoge resolutie kan zien.

Dan zou je op Facebook door onze foto’s kunnen scrollen. Mijmerend over wat wàs, trots op wat ìs. En waarschijnlijk ook benieuwd naar wat komt.
Je zou opmerken dat ik een blog ben gestart. Op zoek naar een nieuw publiek dat jouw luisterend oor en bewonderende blik kan vervangen.

‘Mira’tje’, zou je zeggen.
‘Rubeke is veranderd!’
en ‘Wat is Norah groot geworden!’
en ‘Bores is niet meer dat kleine bolleke van toen.’

Je zou kunnen volgen hoe het met de sjakossen gaat. Hoe wij ons ontpopten tot ‘zakenmama’s’, op het gevoel. Ik kan je geruststellen mama: samen zaken doen, is het beste wat wij als zussen kunnen doen. We staan meer dan ooit met z’n drieën op de lijn die je trok.

Moest je het kunnen lezen, mama, zou ik nog veel meer vertellen.
Over Lucie, over Lize’s nieuwe film, over dingen waar jij weet van had, maar niet met ons hebt mee beleefd.
En ik zou je vertellen.
Over dingen die een deel zijn van òns leven, en niet dat van jou.
Over dingen die we nooit hebben kunnen delen. Ik zou je enthousiast vertellen over onze verbouwplannen. Plannen voor het huis dat nog steeds vol hangt met briefjes waarop jouw handschrift prijkt. Briefjes om de To Do's op te lijsten. Ik heb er zoveel zin in, het verbouwbloed heb ik duidelijk van jou geërfd.

Zondag wandelden wij in het donker op onze oprit. Norah stopte. Ze had traantjes, en een trillende lip.
‘Wat is er, Norahtje?’ vroeg ik.
‘Ik moet plots heel erg hard aan oma denken,’ zei ze stil.
Ze keek naar de lucht.
‘Waarom zijn er geen sterren vandaag, mama?’

'Kom ne keer ier meiske,'
zou je zeggen. En je zou Norahs verdriet wegknuffelen.

Als het hiernamaals internet had, zou ik nog veel meer schrijven.
‘Ge moet dat niet allemaal op internet zetten’, zou je zeggen.
En ik zou niet luisteren.


maandag 11 april 2016

Ook vroege vogels kùnnen vliegen

Het is zover! Vandaag mag Rube voor het eerst naar school!
2,5 jaar geleden was hij nog een klein vogeltje. Te vroeg op de wereld gekomen, nog niet helemaal uitgebroed. Dus het vogeltje mocht nog een paar weken in de broedkast.
Nu heeft het kleine vogeltje geen donsjes meer. Zijn vleugels maken zich klaar om te vliegen.
De eerste vlucht: naar de klas.




de ochtend

‘Mama,’ zegt Norah, ‘ik denk dat ik wel een probleem heeft.’
‘Ja?' zeg ik, ik loop al de hele morgen heel licht gespannen en ben er met mijn gedachten niet helemaal bij.
‘Ja,’ zegt Norah. ‘Ik heeft beloofd aan tante Lize dat ik goed voor Rube ga zorgen op school. Maar Rubes klas is een beetje te ver van mijn klas, dan kàn ik niet goed voor hem zorgen!’
‘Dat is niet erg,’ zeg ik, ‘zorg maar goed voor Rube op de speelplaats. In de klas zal hij wel nieuwe vriendjes maken.’

Ik maak Rube stilletjes wakker. Gisteren was hij geschminkt als leeuw, er zit nog een vaag oranje gloed op zijn gezicht.
‘Vandaag is het een leuke dag!’ zeg ik. Rube giechelt.
‘Weet je waar we heen gaan?’
Rubes ogen zijn nog dichtgelijmd met slaap. De flanellen pyjama en de warrige haren maken het plaatje compleet. Hij is nog zo’n klein jongetje.
‘Spelen inne atelier!’ zegt hij blij.
‘Nee’, zeg ik, ‘vandaag mag jij naar school!’
Ik krijg een grom en een pruillip. En de vraag waar papa is.

onderweg

Onderweg naar school klaart Rube helemaal op. Ik maakte voor hem een lederen boekentas met een auto er op. Uiteraard, want Rube heeft een geweldige boon voor alles wat wielen heeft.
De boekentas, dat is zijn trots, zijn opstapje naar de ‘grote-kindjes-wereld’. In het atelier heeft hij al een paar keer geoefend. Dan liep hij de hele dag met zijn boekentas op zijn rug, en af en toe stak hij er iets in wat op school eventueel nuttig zou kunnen zijn.
Een lepel, een stukje papier of een zonnebril.
Met zijn boekentas op zijn rug nemen zijn fierheid, zijn beleefdheid en zijn leeftijd exponentieel toe.

Dus zo stappen we naar school: met een dappere jongen die er klaar voor is!
Hij zingt het stapliedje mee uit volle borst.'Een, twee, vier, zes, zes, zeeeeeeven! Zoooooo goed! zooooooo beter! Nanananana meter! nanananana sleten!
Na een tijdje oppert hij zelfs om zélf een liedje te zingen. Over een konijn.
'Jamand pra monopo jamina kalaka zofoloooooo. Manoeka lamana fralanooooo. Koniiiiiijjjjjjjjn.’ zingt hij.
Hij is best wel schattig, zo dapper stappend en zingend.
Maar stiekem vragen we ons af of er iemand op school zal zijn die begrijpt wat hij zegt.

op school

Rube is niet onder de indruk. Het fluohesje gaat aan de kapstok, de boekentas netjes in het rijtje. Hij doet een plasje op het ieniemini-toiletje (hoera! Nu maar duimen voor een droge broek).
En we krijgen een zoen en een kakevient (dikkevriend).
Wat kan het hém schelen, dat we met een week hart achterblijven? Ouders moeten zich dringed leren vermannen, moet hij gedacht hebben.

In mijn ooghoek zie ik hoe de juf getrakteerd wordt op een kleine grom, als ze te dicht komt.
Hij voelt zich duidelijk al helemaal thuis.

de middag

Als ik de kindjes van school haal, valt het me onmiddellijk op: Rube draagt dezelfde broek als deze morgen! Dat had ik niet verwacht!
Ons Rubeke is perfect zindelijk. In zijn blote poep. Van zodra ik een poging doe hem een broek aan te trekken, ziet hij dat als het signaal om te plassen. Een droge broek is dus reden tot innerlijke mamavreugde. *doet een klein onzichtbaar vreugdedansje*

Rube was flink geweest in de klas.
'De bankjes waren nog wat moeilijk', zegt de juf, 'hij wilde niet gaan zitten.'
En ik begrijp hem wel. Waarom zou hij braaf op de bank gaan zitten, in een veel te kleine kring, met veel te veel kindjes, als net dàt het moment is dat àl het speelgoed vrij is? Helemaal voor hem alleen!
Ik ben blij. Dit komt helemaal goed.

Aan tafel valt hij bijna in slaap, en ik stel zelfs niet meer voor om terug te gaan in de namiddag.

Conclusie

We hadden het erger verwacht. We hadden gedacht dat Rube de gaten in het hek zou ontdekken en op verkenning in de achterliggende wei zou gaan. We hadden gedacht dat de klasgenoten niet heelhuids aan zijn aanwezigheid zouden kunnen ontsnappen. We hadden gedacht dat de juf een uur na zijn aankomst het noodnummer zou bellen.
We hadden gedacht dat op z'n minst zijn broek nat zou zijn. Maar nee, zelfs dàt niet!

Wie hier een hilarisch verhaal over kleine krapuultjes had verwacht, is er aan voor de moeite.
Dus om de context toch wat aan te kleden, show ik met plezier even met zijn #selfmade boekentas. ;-)
Hopelijk gaat het morgen even goed!





vrijdag 8 april 2016

Cocooking

Ik pin alvast wat recepten voor volgende week. Donderdag- en vrijdagmiddag zorg ik voor het eten, de andere dagen mag ik gewoon mijn voeten onder tafel schuiven. 
Om de juiste hoeveelheid ingrediënten op te schrijven duid ik aan: 10 personen. Wat voor sommigen op de voorbereiding van een feestmaal zou lijken, is bij ons dagelijkse kost. Want wij doen aan ‘cocooking’.
Een stukje taart eten voor de verjaardag van Lize ziet er zo uit. Een vredig tafereeltje. Het middageten is minder fotogeniek. Stel je even een slagveld van eten voor. Met 6 volwassenen en 6 kinderen aan tafel moet je wel tegen een tikkeltje chaos kunnen.

Hoe het begon

De vogels die eigenlijk al een beetje uit het nest waren gevlogen (eerst op internaat, daarna op kot), kwamen - wegens extreem gezellig - vaak op bezoek bij Hotel Mama.

Ik werkte van thuis uit, en aangezien ik naast Hotel Mama woon, deed ik een beetje alsof ik ’s ochtends naar mijn werk vertrok. Ik schoof gezellig aan voor een potje koffie, en terwijl ik de magazines en affiches op mijn laptop vorm gaf, kon ik tetteren met de moeder des huizes.
Een half uurtje later sprong Yanne binnen. Die was in jarenlang zwangerschapsverlof, dat heb je als je kinderen kort op elkaar volgen.
Ongeveer tegelijk met Yanne, kwam Lize in haar pyjama van de trap. Zij had zo’n onvoorspelbaar werkschema dat ze soms wekenlang weg was, maar evengoed wekenlang thuis.

Kort samengevat: ’s ochtends, vanaf een uur of negen, zaten alle vogels terug in het nest. Vormgeven, knutselen, teksten instuderen, kinderen animeren en tussendoor veel babbelen en lachen.

En zo rond elf uur kwam dan de vraag: ‘eten jullie hier?’
‘Je moet voor ons niets extra voorzien hoor, we kunnen evengoed thuis een boterham gaan eten. We eten vanavond nog warm.’
‘Het is geen werk wat extra te maken hé. Ik zal voor jullie meekoken.’


Meestal bleek na het eten - mama was geen held in het inschatten van hoeveelheden - dat er héél veel over was. Dus dan werden ineens ook bordjes gevuld voor onze mannen, en hoefden we ’s avonds niet meer te koken. En meestal werd er ook onmiddellijk afgesproken om de dag erna weer samen te eten. Want, ja, die restjes moesten toch op geraken hé?

En toen werd mama ziek

En toen werd mama ziek en werd de drang thuis (in de zin van: ‘in het ouderlijke huis’) te zijn steeds groter. Het ontbrak mama vaak aan energie om te koken. Dus we spraken een beurtrol af.

Ondertussen kreeg ons wild plan samen met de zussen een zaak te starten gestalte. En samen werken, betekende onrechtstreeks ook samen eten.
We zouden de beurtrol aanhouden, ook na mama’s overlijden. Want allemaal naar ons eigen huis gaan, om ons eigen potje te koken en ons eigen afwas te doen. Dat leek zoveel verloren energie en gezelligheid.

Concreet

Soms zou een grotere oven handig zijn. :-)
Aangezien zus Yanne en ik altijd aanwezig zijn in ons atelier en wij ook de meeste monden te vullen hebben, zijn wij de koks van dienst. Yanne kookt meestal maandag en dinsdag, ik kook doorgaans donderdag en vrijdag. Woensdag zou ‘afhaal- of restjesdag’ worden, maar in de praktijk hebben we nog nooit gebruik moeten maken van het ‘afhaal-idee’, aangezien Yanne op dinsdag meestal bewust een beetje te veel maakt.
Lize en papa kunnen aanschuiven wanneer ze willen, want of je nu voor 10 of 12 personen kookt, dat maakt het verschil niet. Af en toe neemt Lize het koken op zich. En om te compenseren, trakteert papa wel eens op restaurant. ;-)

Het komt er op neer dat ik dus 2 dagen voor een grote groep kook, en 3 dagen mag meegenieten van Yanne’s kookkunsten (of soms die van haar man Bart, die trouwens ook vaak de recepten bijhoudt op zijn blog).
In het weekend doen we niet aan cocooking.

Voordelen

  • je wint tijd, want het klein beetje meer tijd dat je steekt in een maaltijd voor dubbel zoveel mensen, weegt niet op tegen de tijd die je wint om enkele dagen niet te moeten koken
  • er wordt slechts 1 set potten vuilgemaakt, dus er is minder afwas
  • je hebt minder inspiratie nodig om recepten te bedenken, maar tegelijk denk je wel beter na over wat je wil koken
  • je leert smaken uit een andere keuken kennen
  • het is een grote besparing. Wij rekenen op €3,5 per maaltijd, per persoon. En in de praktijk komen we nooit aan zo veel, €2,5 zal realistischer zijn. In grote hoeveelheden kopen is goedkoper, en met meer personen eten, zorgt voor minder resten. Bovendien kopen we bewuster, omdat het geld uit een gemeenschappelijke pot komt.

Hoe pak ik het aan als ik niet samenwerk met mijn zussen?

Onze situatie is natuurlijk optimaal voor zo'n cocooking-ding. Maar niemand zegt dat je het zo extreem moet aanpakken! Wie weet ziet jouw buurvrouw het wel zitten om op maandag een ovenschotel aan jouw achterdeur te zetten en maak jij op woensdag een portie mee voor haar gezin?
Of misschien kan je wel afspreken met een collega om slaatjes en wraps uit te wisselen?
De kans is ook groot dat jouw moeder het helemaal geweldig vindt dat je nog eens thuis gaat eten!


woensdag 6 april 2016

De afschuwelijke verwondingen van tante Lize

'Gmmmmmmppppfffff!'
Tante Lize puft. Ze doet een poging een hoeveelheid zware dozen in het zolderkamertje te stapelen. Met één of andere acrobatische beweging zal dat nét lukken.
Norah kijkt toe, met de handen in de zakken. Had ze een schop gehad, ze had er groendienst-gewijs nonchalant op geleund. 
Ongegeneerd gaapt ze tante Lize aan.

'Hé', zegt Norah, 'wat is dat op jouw rug, tante Lize?'
Ze wijst naar een klein vlekje en trekt een pijnlijke grimas.
'Oh', zegt Tante Lize, die stiekem blij is dat ze even kan pauzeren. Ze kijkt over haar schouder.
'Dat is een geboortevlekje. Daar ben ik mee geboren.'

Norahs ontspannen houding verdwijnt, samen met de kleur van haar gezicht. De afschuw in haar ogen vermengt zich met de paniek in haar stem.

'HEEFT JIJ IN JOUW RUG GEBOREN?!' vraagt ze verschrikt.

De pijngrens van Norah reikt tot net aan dat losse velletje aan haar teennagel. Een vlekje in je rug geboren, dat moet zowat het pijnlijkste òòit zijn.
Arme tante Lize...

maandag 4 april 2016

Er was eens... Flotje.

Zoals het avondritueel het vraagt, is er elke avond een kort verhaaltje voor het slapengaan. Doorgaans is dat een klein gedichtje met gebaren, een avontuur van Jip en Janneke of een fantasie van Kikker en Haas. Het moet een leuk verhaal zijn, maar niet te moeilijk. Voorlezen voor 3 leeftijdscategorieën tegelijk is een hele uitdaging, want het moet voor iedereen leuk zijn.
Norah heeft graag een écht verhaal. Zo eentje met een begin en een einde.
Rube heeft het meer voor woordjes nazeggen en zinnen met een metrum.
En Bores, die houdt van kleuren. En van boeken met dikke kartonnen pagina's waar hij op kan kloppen.

Deze avond was Rube in de zetel in slaap gevallen. Dus legden we hem voorzichtig in bed (op zo'n moment slaan we met plezier het tandjespoetsen even over. Rube die zonder probleem het bed in gaat: dààr moeten we van profiteren!)
Norah vroeg of zij een verhaaltje mocht vertellen.
Dus ik kroop in haar deel van het bed - ze is een echte prinses, met een stapelbed als toren - en ging onder haar dekens liggen.

'Er was eens...' begon haar verhaal. Voor mij was het al geslaagd.
'Er was eens een heel lief, mooi meisje. Een meisje met roze rokjes en strikjes en hartjes. En dat meisje heette: FLOTJE.
En Flotje had een broer. Zijn naam was HEET. En Flotje had ook een kleine broer HETJE.
Flotje en Heet en Hetje gingen buiten spelen. En wie zagen ze daar? Mama en papa!
Papa zijn naam was HOET en mama SLONS.' (NEE, het gaat NIET over ons gezin!)

'Samen gingen ze wandelen.
En PLOTS zagen ze een een standbeeld! Eigenlijk was het een dief, een dief die heeeeeel stil stond. Het standbeeld zijn handje zwaaide en de dief zei: 'Hoi!'

Toen zagen ze een poes. Die poes at een visje. En er kwam ook een pinguïn. 
'Hé, waar is mijn visje?' vroeg de pinguïn boos.

En toen kwam Hello Kitty. En Flotje was blij.'

Ik wachtte op het signaal dat dit het einde van het verhaal was. En uitte mijn enthousiasme.

'Gelukkig had het verhaal een goed einde hé, mama', zei Norah.
'Ja', zei ik, 'nu ga je zeker geweldig goed slapen en prachtig dromen!'
De bewondering voor haar verhaal was een klein beetje gespeeld. Maar de hoop op prachtige dromen is meer dan oprecht.
Slaapzacht, Flotje!

vrijdag 1 april 2016

Ode aan het fluohesje

fluo cape hesje hartjes hart pimpen diy veiligheid safety jacket

Elke morgen, elke middag en elke avond doen wij ons wandelingetje naar school. Het is niet ver, dus dat doen we met plezier te voet!
Ik was dan ook erg blij met het initiatief de fluohesjes te verplichten op school. De helft van onze wandeling gebeurt - wegens het ontbreken van een voetpad - op straat. En in de vroege winteruren kan het nogal donker zijn buiten. (Hoera voor de langere dagen en het vroegere licht 's ochtends!)
Hoe dan ook, donker of niet: je bent véél beter gezien met een fluohesje!

Toen ik zelf nog geen rijbewijs had stond ik er weinig bij stil, bij die veiligheid. Het leek eerder een opgelegd kwaad van zij die geen gevoel voor stijl hebben.
Maar toen ik voor het eerst zélf achter het stuur moest gaan zitten, kon ik er ineens het nut van inzien.
Dus ik scandeer: hoera voor fluo!

Alleen: kan het niet een beetje toffer? Een beetje speelser en vrolijker?
Norah - onze kleine designer - in een bouwvakkersoutfit stoppen, dat wordt slechts met matig enthousiasme onthaald. Bovendien was dat kleuterhesje net niet groot genoeg om een winterjas onder te krijgen. Een groter exemplaar daarentegen, kwam tot aan haar knieën.

Dus beslisten wij in onderling overleg, de meisjes onder elkaar, om zélf een fluohesje te maken.
Norah's voorwaarden:
  • strikjes
  • hartjes
Mijn voorwaarden:
  • fluo en reflectoren
  • speels en vrolijk
  • te dragen over dikke winterjassen én dunnen zomerbloesjes
Het zou een fluo-cape worden. En we zijn er blij mee! :-)

fluo cape hesje hartjes hart pimpen diy veiligheid safety jacket



fluo cape hesje hartjes hart pimpen diy veiligheid safety jacket



Een cape maken op zich is poepsimpel. Dit patroon maakte ik zelf, maar op pinterest staat het vol met leuke patronen.

De fluorescerende hartjes knipte ik uit een oud fluohesje. Zo'n stof kan je ook gewoon kopen, maar dat is heel erg duur voor een heel klein lapje.
Met vlisofix zette ik ze vast op de gele stof, en daarna stikte ik ze één voor één vast. Een heel werk!

fluo cape hesje hartjes hart pimpen diy veiligheid safety jacket
Veilig op de fiets
fluo cape hesje hartjes hart pimpen diy veiligheid safety jacket
Met deze vrolijke fluocape is Norah goed zichtbaar in het donker!