woensdag 30 maart 2016

Een inbreker, bang in het donker

Ik lig halfwakker te draaien in bed. De nacht was niet geweldig tot nu toe, om het heel zacht uit te drukken.
Norah had er net een mega woede aanval opzitten. Om 2.30u, stel je voor... En dat is niet over na 10 minuten. Nee, dat is letterlijk en figuurlijk een werk van lange adem.

Door de niet-zo-stille aanpak van Norah, waren Rube en Bores uiteraard ook wakker. Rube had ondertussen zijn hele repertoire Mega Mindy songs boven gehaald en Bores schoof aan voor het late-night-buffet. 6 gangen.

Maar goed: het was 4u, en het was stil.
Ik was al een paar keer halvelings ingedommeld, maar bleef toch op een soort waakmodus staan.

Hier klopte iets niet.
De geluiden die ik 's nachts hoor, waren niet deze.
De waakmodus ging naar wakkermodus, en ik luisterde geconcentreerd.
Ja, ik hoorde met zekerheid gestommel. Ja, ik hoorde absoluut de deur.
Ja, er was iemand beneden in ons huis!


De spanning gierde even door mijn lijf. Maar toen ik bedacht dat die inbreker toch wel heel onhandig hard met de deuren sloeg en wel érg luid rommelde in de blokkendoos, maakte ik Dries wakker.
'Controleer eens of Rube in zijn bedje ligt,' zei ik.
Wij slapen allemaal samen in 1 bed en Rube ligt naast Dries.
Met een slaperig hoofd, niet goed wetende waarom hij moest controleren, voelde Dries op Rubes plaats.
Leeg. Net wat ik dacht.

Het was pikdonker in de gang en het poortje bovenaan de trap was zorgvuldig weer op slot.
Beneden - eveneens pikdonker, de inbreker wilde duidelijk niet te hard opvallen - zat Rube op de tast met een tractor te spelen.
Heel stoer. Maar toch een beetje bibberig.
Ik kreeg een ferme omhelzing, daar beneden in het donker. Een knuffel van kleine sloeberpootjes, zonder een poging te doen zijn sporen uit te wissen. En nooit eerder ging hij zo enthousiast terug naar bed. Een inbreker, bang in het donker. Zijn tractor als wapen, zijn spel als grootste misdaad.


zondag 27 maart 2016

Een stoere retro jongensfiets - DIY



Stel: je hebt een dochter. En die dochter ademt en denkt roze.
En ze rijdt - uiteraard en geheel logisch - met een roze fiets.
Stel: na de roze dochter komen 2 zonen, waarvan de oudste stoerder is dan de gemiddelde Harley Davidson motard (of dat zelf denkt althans).

De roze dochter is de roze fiets ontgroeid, en stapt over op een groter exemplaar.
De stoere zoon heeft nood aan een grotere fiets, om naar school te fietsen (nog 2 weken en hij mag naar de peuterklas, spannend!).



Dan heb je 4 opties:
  • De stoere zoon fietst op de roze fiets, met het risico dat hij dat zelf niet zo leuk vindt (roze isse Norah #sadface)
  • Je koopt een nieuwe fiets van de betaalbare klasse, met het risico dat de keuze bestaat uit een fiets van Spiderman of eentje van Cars
  • Je koopt een nieuwe fiets, zo'n prachtig retro exemplaar, met het risico dat de portefeuille tegenwerkt én dat je naar Nederland moet rijden (het aanbod mooie kinderfietsen in België is nogal beperkt)
  • Je maakt van de roze fiets een stoere retro jongensfiets

Ik ging voor de laatste optie. Uiteraard, anders zou dit een saai bericht zijn. ;-)

pimp your bike fiets omtoveren Eigenlijk heb ik niet zo heel erg veel ingrepen gedaan. Mijn technische kennis van fietsen is zo goed als nul, dus aan de structuur heb ik niets veranderd. Maar met een paar simpele ingrepen toverde ik de fiets om van fancy roze naar retro black.

Wat ik deed:

  • Ik haalde alle meisjesfrullen van de fiets. Een bel met hartjes en een roze toetertje zijn uit den boze.
  • De hele fiets werd mat zwart gespoten. Ik gebruikte Motip Primer Matt black om een eerste laag te geven, en gaf de 2e laag met gewone Motip Matt black. Ik twijfelde even of ik het plastic wel goed zou kunnen spuiten, maar dat ging zonder problemen. Het is mooi dekkend en het gaat er niet af (of nu toch nog niet. Geen idee of er binnenkort roze gebruiksporen tevoorschijn komen.)
  • Ik overtrok het zadel met bruin leder. Dit is geen must uiteraard. Het zadel was zwart, dus dat kon gerust zo blijven. Maar aangezien ik een ferme boon heb voor retro fietsen, MOEST daar een bruin lederen zadel op komen. Hieronder leg ik uit hoe ik het zadel maakte. Daar is toch een klein beetje naai-ervaring voor vereist.
  • De fiets werd afgewerkt met een rieten mandje (handig om het fietsslot in te leggen. Bij Norah deed ik het slot rond het zadel, maar dan wreef ze er constant tegen met haar benen als ze fietste), een blauwe toeter en lederen sterretjes. Hierin kan je zo ver gaan als je zelf wil: stickers plakken, zelf beschilderen, effen laten...






Het zadel

Om het zadel te overtrekken, heb je eerst een patroon nodig van het originele zadel.
Dat lijkt moeilijker dan het is.

Begin met het hele zadel vol te kleven met papiertape, en teken de naden er op die je wil. Volledig effen (zonder naden) laten kan niet, want daarvoor is de vorm van het zadel niet strak genoeg, tenzij je met superrekbare stof werkt.
Zet jouw naden op goed gekozen plekken, zodat de vlakken die je overhoudt niet te veel 'welvingen' meer bevatten.

Snij met een mesje op alle naden die je tekende en plak de tape-vlakken op papier.
In principe zijn dit jouw patroononderdelen, maar om het geheel wat 'gladder' te maken, teken je best de onderdelen nog eens opnieuw, met een mooie vloeiende lijn, en zorg je er voor dat het geheel symmetrisch is (tenzij je voor asymmetrische naden gaat natuurlijk.)

Vergeet niet overal 5mm bij te tekenen voor de stiknaad.
Snij jouw delen uit in stof of (nep)leder. Ik koos voor echt (ecologisch gelooid) leder. Het nadeel daarvan is dat het stug is en niet meerekt. Voor een goeie pasvorm kan je je dan geen fouten in het patroon veroorloven. Ik zou dus iedereen aanraden om te kiezen voor leder die rekt (indien je een stikmachine hebt die leder aankan) of voor nepleder of rekbare stof te gaan. Dan worden fouten in het patroon gewoon weggewerkt op het moment dat je het rond het zadel trekt.
Et voilà: stik het geheel aan elkaar.
Typisch aan die retro zadels is de dubbele stiknaad, langs elke kant van de naad. Zeker doen dus! :-)
Ik naaide de hoes een beetje vast met de hand, onderaan het zadel.

Nu kan Rube in stijl naar school fietsen!



donderdag 24 maart 2016

Een zwart gat met veertjes

‘Mama’, zegt Norah, ‘ik heeft vannacht gedroomd over een oma.’
Ze zwijgt. Ik zie dat de beelden uit haar droom terugkomen.
‘Het was een oma in een blauw kleedje. En het was niet Rube’s oma, alleen mijn oma.’
‘Oma knuffelde mij de hele tijd. Ze was zo blij om mij terug te zien.’

Terwijl ze het zegt trekken haar mondhoeken omlaag. Ze huilt niet, maar de kikker in haar keel verraadt de moeite die ze doet.

‘Was het een mooie droom?’ vraag ik.
‘Ja!’ zegt Norah, ‘ik heeft de hele tijd geknuffeld!’
‘En ging het over oma Marjan?’
Norah schudt haar hoofd. ‘Nee. Oma Marjan droeg ook andere kleren. Deze oma had elke dag een blauw kleedje aan.’
‘Ik heeft eigenlijk geen geluk en Tuur wel hé? Want Tuur ziet graag blauw!’



‘Mama, ik denk dat de oma misschien toch oma Marjan was. Maar dan gewoon met een kleedje van een andere oma.’



Wij hadden ons voorbereid op de dood van mama. Wij hebben gepraat, gedacht, gedroomd, gehuild. En de dag dat ze stierf, was het tòch onverwacht. Plots struikelden we in het zwarte gat dat we met donsjes hadden gevuld. Verbaasd dat het er was, zelfs al stonden we er op te kijken.
De donsjes maakten de val zachter, maar niet minder diep. 

Ik denk aan alle mensen die na de vreselijke aanslagen te maken krijgen met een nieuw, kersvers verlies. Aan het gat, waar ze hardhandig in geduwd worden. Niet gevuld met donsjes maar met spijkers. Om zeker te zijn dat de val genoeg pijn doet.
Ik denk aan de mensen die die pijn veroorzaken en kan niets zinnigs bedenken.
Menselijkheid (volgens het woordenboek: 'mededogen, menslievendheid') dekt de lading niet meer. Zou een dier ooit in staat zijn zoiets te doen?

Norah is ondertussen weer gaan spelen. De bedrukte blik is verdwenen. Ondanks alles is ze toch een gelukzak.
Haar zwart gat is gevuld met veel veertjes. En met armen die eindeloos knuffelen.

maandag 21 maart 2016

Little designer - nu voor écht!

Zie dit bericht niet als een echt blogbericht, maar eerder als het in daden omzetten van het bericht van gisteren.
Norah tekende die avond een print voor op mijn handtas. Is dat niet superschattig? :-)
Vandaag graveerde ik de print in leder en maakte ik er een tasje van. Ideaal om mee te nemen naar een mama-dochter-uitje!


www.atelierferyn.be
De voorkant van mijn mama-dochter-tasje, een print gegraveerd in leder
mama handtas www.atelierferyn.be   
Op de achterkant staat een lieve ode aan mama.

www.atelierferyn.be

zondag 20 maart 2016

Kleine designerparels

Norah met haar zelfgemaakte handtas
‘Verrassing!’ roept Norah.
Om haar arm draagt ze een papieren knutselwerkje.
‘Ik heeft een Kasjos gemaakt!’ zegt ze enthousiast.

Dat verklaart onmiddellijk waarom ze al een uur geconcentreerd aan de tekentafel zat. En waarom de rol tape gehalveerd is.

De hoed/haarband op haar hoofd matcht goed met het design van haar handtas. De vele kleine stukjes - geknipt en zorgvuldig aan elkaar geplakt - verraden het vele paswerk om dit stuk precies op maat van haar hoofd te krijgen.
Gisteren kreeg ik een armband op maat en toen ik vorige week al 3 dagen naar mijn sleutels aan het zoeken was, deed ze me een getekende bos sleutels cadeau. Ze verzekerde me dat het op écht sleutelpapier was.

Norah - 1 jaar
2 jaar en 4 maanden - kindje met oorbellen
Ons Norah is een creatief talentje. Ze is opvallend handig en zou elke seconde van de dag kunnen spenderen aan tekenen.
Rube is helemaal anders daarin. Hij heeft het niet zo voor tekenen, en ontdekte pas een paar weken geleden (hij is nu 2,5 jaar) hoe hij een potlood moet vasthouden. Bovendien is hij linkshandig, wat het niet altijd gemakkelijker maakt. Zijn interesses gaan helemaal uit naar kranen, auto’s, brommers en alle overige wieltoestanden. Of technische zaken. Geef Rube een schroevendraaier, en alle kasten vallen uiteen.
Rube wordt voorzitter van de studentenclub later. Of toch in elk geval héél actief lid. Een 'Chilly Willy', met één arm leunend op de toog. Terwijl Norah ondertussen zijn kot onder handen neemt en er een designstudio van maakt.

Dat Norah creatief zou zijn, was eigenlijk al heel vroeg duidelijk. Toen ze net 1 jaar was kon ze echt haar werk maken van een tekening. Met 20 verschillende kleurtjes en heel veel geduld.
En een paar maanden voor ze op school startte tekende ze al mooie kindjes. Mét oorbelletjes.


3 jaar - familieportretten. Mama draagt nagellak en juwelen, opa heeft enkel haar aan de zijkant en draagt een bril.


3,5 jaar - sneeuwwitje met de typische pofmouwtjes
Maar in dit knappe meisje schuilt een vurige vulkaan. Ze weet vaak niet meer wat ze met zichzelf kan aanvangen, en het is gek dat ze na al die krijsbuien, haar stem nog op een normale manier kan gebruiken. 

Norahs talenten zijn prachtige parels. Maar die parels hangen aan een uiterst breekbaar snoer. Hier wordt dus vaak met fluwelen handschoenen gewerkt om de ketting niet te breken, want dan volgt een woede uitbarsting om U tegen te zeggen.
Soms is het zo erg, dat ik zélf in tranen uitbarst. En dan moet ik mezelf echt dwingen om in dat spoor van vernieling de parels nog te zien glanzen.


Norah tekent zoals ze ademt. Ze knutselt zoals ze zucht. En ze ontploft als ze even moet kuchen.

Gelukkig doet de nacht meestal wonderen. Na een crisisavond - zoals gisteren - is het heerlijk om ’s ochtends (ook al is het nog maar 6 uur, op zondag) weer te horen: ‘Mama, mag ik een tekening maken?’
 4 jaar - Naast vrij tekenen, voert Norah ook graag tekenopdrachten uit. Stickers natekenen bijvoorbeeld.

woensdag 16 maart 2016

Klaar voor school

'Als ik in mijn achteruitkijkspiegel een witte auto zie, dan ga ik op tijd zijn.'
'Bij 3 groene lichten na elkaar, zullen we vannacht goed slapen.'


Ik geef toe: de dwanggedachten die iedereen wel eens heeft (‘ik mag enkel op de witte strepen van het zebrapad stappen’) zijn ook hier af en toe aanwezig. Met het lot tarten heeft dat niets te maken. Mijn rationele ik hecht geen belang aan die kronkels. En toch worden ze gedacht.

'Als Rube zonder morren het hele stuk naar school kan stappen (andere dagen zit hij in de buggy), dan is hij klaar voor school.'
Zo dacht ik deze morgen.

Goed ingeduffeld ging Rube mee op pad. Bores werd veilig in de draagzak gestopt en Norah en Rube sloten een eerlijke deal wie er aan welke kant mocht stappen. (‘Jij moet links, Rube, want jij knipt met jouw linkerhand. Ik mag rechts, want ik knip met mijn rechterhand.’)
Het ging veel beter dan verwacht. Rube stapte goed door, was een voorbeeldige leerling wat verkeersregels betreft en zong mee uit volle borst als ik het repertoire stapliedjes bovenhaalde.

‘Ja’, zei ik voor de schoolpoort, ‘hij is klaar voor school.’


En toen ging Rube de speelplaats op. Zonder omkijken. In één lijn naar de verste uithoek.


Norah staat een beetje onwennig te lachen. Zij heeft het niet zo voor het doorbreken van de regels. Als er lijntjes getrokken worden, kleurt ze er plichtbewust netjes binnen.
Rube kleurt consequent altijd zo ver mogelijk buiten die lijnen.
‘Rube mag niet op de speelplaats hé, mama?’ lacht Norah met enige twijfel in haar stem.

Ik ben niet in de ideale positie om gezag uit te oefenen. Ouders worden niet verondersteld op de speelplaats te komen, en bovendien kan ik me niet helemaal vrij bewegen met die baby op mijn buik.
Na een kleine aarzeling besef ik dat de Verloren Zoon een beetje motivatie nodig heeft om terug te keren. Dus ik stap de speelplaats op.

In enkele seconden tijd troept een zwerm kleuters samen rond de indringer die ik ben. Ze willen allemaal graag eens gluren in mijn decolleté, naar dat gezellig slapend jongetje. En ik word overladen met vragen naar de oorzaak van mijn aanwezigheid.

Een beetje verder zie ik nog een meer-dan-natuurlijke samenscholing van kleuters.
Nog een indringer, daar moet ik zijn.
De kleuters wijzen naar boven. Ze lachen en roepen.
‘Hé! Hoeveel jaar ben jij?’
‘Waarom ben jij hier?’
‘Ey, jij bent wel nog klein é!’


Rube staat bovenaan het speeltuig en kijkt trots naar zijn publiek.

<<Het zaallicht dooft, de spots gaan aan.
Het publiek juicht. De artiest geniet kennelijk van de aandacht.
Met een kleine grijns op het gelaat zet hij zijn beweging verder. Net iets trager dan normaal, want ook in goeie films zijn de beste stukken in slomo.>>

De ontwerper van het speeltuig stond duidelijk aan de kant van de 2-jarige. De moeders passen er niet in en staan bijgevolg machteloos tot de peuter zelf beslist er uit te komen.
Gelukkig ziet de glijbaan er zo leuk uit, dat Rube zich laat verleiden. En daar - aan het einde van het stuk plezier - staat een mama te wachten om haar zoon met open armen te ontvangen.

Met veel kabaal en in de meest onmogelijke houdingen (een voet in mijn nek, een hand op mijn hoofd) neem ik Rube terug mee. Weg van de speelplaats. Weg van dat kleine stukje hemel, terug naar de harde realiteit.
Het verdriet is enorm.

‘Ja’
, zeg ik, als ik weer voor de schoolpoort sta, ‘hij is klaar voor school.’
‘Maar morgen morgen kom ik weer met de buggy.'

maandag 14 maart 2016

Hoetteslape?

Jonge ouders herkennen het ongetwijfeld: de nachten waarbij je verlangt om op te staan. Gewoon omdat tranen drogen en snotten wegvegen zoveel minder lastig is als je al wakker was.
De nachten waarbij je ’s ochtends niet meer weet hoe vaak de bekers water gevuld werden, en hoe het komt dat dochterlief een verse pyjama draagt. Dat er 2 vuile pampers naast je liggen, en je je slechts vaag kan herinneren dat zoonlief zijn darmen overuren draaiden. Dat de thermometer en Perdolan op de vensterbank een kleine reminder zijn voor de nachtelijke interventies.

Vannacht was zo’n nacht. Zo’n nacht waarbij ik de eerste keer moest opstaan, exact een half uur nadat ik in slaap was gevallen. Dat was dan het beste deel van de nacht.



Norah moest hoesten, en geraakte er zonder een bekertje water, een lepeltje siroop en een muntje om de kriebel te stoppen niet uit. Het bekertje water en het muntje herhaalden we 4 keer die nacht. Bovendien had ze een nachtmerrie, die ze vol overtuiging met mij wou delen. Iets met een boerderij en mama die boos was.
De reden van mijn boosheid in haar droom is me ontgaan, maar ze was in elk geval onder de indruk.
O ja, er was ook een hond die haar naam blafte en steeds dichter kwam.

‘Mamaaaaa, mag ik nog iets zeggen?’ zei ze.
‘Ja’, zei ik.
En mijn vermoeide hoofd hervatte de slaap. Hopelijk was de mededeling niet van levensbelang.

Rube had het weer op zijn longen. Zelfs na 3 keer puffen kon je hem waarschijnlijk tot buiten horen kraken en piepen. Bovendien was er koorts. En die koorts zorgde voor erg levendige dromen.

De nacht vulde zich met kleine schreeuwtjes, luid gelach en triest gehuil.
‘hahahahaaaaaaaa’
‘Neeeeeeeeeeeeee!!!’
Nachtbrakertjes halen overdag wat slaap in
Kip moet komen! Nee, poesje, nee! Ikke pakken’
‘Isse grote glijbaan!’
‘Rube doen! Nee Norah! Rube doen!’
‘Ik willeruuuuiiiiit!!’


Bores zijn buikje wilde niet in nachtmodus gaan. Maar ondanks de 4 voedingen en 3 verse pampers, sliep hij het best van ons allemaal.

De koffie is geen luxeproduct vandaag, maar een middel van levensbelang.

Gelukkig wordt het humeur bij onze kinderen niet bepaald door al-dan-niet-goed-geslapen. Daar waar vele ochtenden in aanmerking komen voor een GAS-boete wegens geluidsoverlast, was de ochtend vandaag een topper.
‘Ooooooh, hoetteslape!’ zegt Rube voldaan als ik hem wakker maak. ‘Goed geslapen’ dus. Heel stiekem sluipt er een klein trekje West-Vlaams in zijn kinderlijk taaltje.
'Hoetteslape?’ vraagt hij me. Verder dan een kleine frons en een groen lachje kom ik niet.

Ik bereid me voor op nog een extra portie West-Vlaams binnen 4 weken. Dan start hij op school.
Norahs eerste schooldag ging vlot gepaard met enkele woorden en accenten die we nooit eerder uit haar mond hoorden.
’Tis ier alsan tselste!’ zei ze, als ze thuis kwam, ‘haai keer allemaal rustig zijn?’
Om dan met het nodige gegiechel te verkondigen dat ze moest ‘piesn’.

Hoetteslape valt eerder onder de categorie ‘kindertaal’ dan ‘West-Vlaams’. Voorlopig.
Hopelijk mogen wij morgenochtend evengoed ons beste West-Vlaams bovenhalen.
De vervoeging van ‘ja’ zou na ‘hoetteslape?’ niet misstaan.

zaterdag 12 maart 2016

Over bloggen

Ondertussen is het een goeie maand geleden dat ik besliste een blogbericht de wereld in te sturen. Ik had er niet over nagedacht. Het was een manier om even mijn gedachten te delen. Ik hàd al een blog, en daar werd helemaal niets mee gedaan. Dus gebruikte ik die maar even als platform om te schreeuwen.

De dag erna wist ik nog iets te vertellen, de dag er na nog iets. En de goesting dingen te delen werd er niet minder op.
Ik merkte dat mijn gedachten gelezen werden en dat was een echte stimulans om alles waar ik op teerde of wat me raakte voor een publiek te gooien.

Geleidelijk aan besefte ik dat schrijven eigenlijk best wel fijn is. Dat de kleine dingen in het leven vaak mooier zijn als je ze neerpent. Dat gedachten gemakkelijker verwerken als je ze uitspuwt. Dat frustraties eerder hilarisch zijn als ze naverteld worden.
Wat een ontdekking, dat schrijven! Wat een heerlijke levenstherapie!


Dag na dag zag ik vol verwondering hoe anderen mijn kronkels lazen.
In de eerste maand dat mijn blog bestaat, lazen meer dan 5000 mensen mijn verhalen. 5000 aparte exemplaren. VIJFDUIZEND!
*Ik probeer me zoveel mensen bij elkaar voor te stellen, en krijg even een ongemakkelijk gevoel. Zou ik ooit voor zo’n grote groep durven spreken?*

Gedurende de laatste maand ontdekte ik de wereld van het bloggen. Waaaaaaw, dit universum kende ik niet! Zoveel mensen hebben zoveel dingen te vertellen. Wat is het heerlijk om even in het dagboek van een ander te lezen, nieuwe gedachten te beleven of in een kookpot te spieken.
Ik maakte kennis met goeie verhalenvertellers en las zelfs een boek over bloggen (Blogboek van Kelly Deriemaecker - fervent blogster bij Tales from the crib).

Enkele dingen over bloggen bleven me bij. Los van de mooie verhalen.
  • Een blog bevat 300 à 800 woorden
  • veel bloggers werken 4 à 6 uur per dag aan hun blog (écht waar!) 
  • Om volgers warm te maken voor je blog, post je best 2 berichten per week

Ik ben geen échte blogger, zoveel is duidelijk. Mijn teksten zijn een kilometer te kort. En ik schrijf allesbehalve goed doordachte artikels. Het zijn kleine hersenkronkels. Vertelsels.
Maar het idee dat de vertelsels veelvuldig gelezen worden en dat er zelfs mensen dagelijks wachten op een nieuw verhaal, legt de lat misschien wel waar ik hem niet gelegd had (heb ik eigenlijk wel een lat gebruikt? Of tekende de losse pols zomaar iets? Is het nodig en/of nuttig een kantlijn te trekken om tegen te schrijven?). Dus vraag ik me nu hardop af: wat wil ik met deze blog bereiken?
  • Ik wil vertellen wat op mijn lever ligt en laten meegenieten met wat ik mooi vind
  • Ik wil aan de hand van kleine verhaaltjes de kinderen een terugblik op hun kindertijd geven. Daar waar vele moeders consequent belangrijke levensgebeurtenissen opschrijven, ben ik eerder van het slordige type. Maar door het vastleggen van alledaagse situaties gun ik de kindjes een inkijk in hun kinderlijke wezen. (Zou het niet geweldig zijn om hen later een bundel verhalen cadeau te doen, waarin ze de evolutie van kleine persoontjes naar persoonlijkheden kunnen ontdekken?)
  • Ik wil delen wat ik het delen waard vind
Dus om deze blog levend te houden, zonder druk te ervaren, denk ik niet aan wat anderen graag zouden lezen. Ik gun mezelf een egoïstisch moment. Sorry daarvoor. ;-)

En toch voelt het zoals het moet. Nee, het voelt héérlijk!
De commentaren zijn zalig hartverwarmend!
Dat zegt me dat het goed is. Het is goed om verder te kijken dan het voor-de-hand-liggende, maar het is even goed om net wél de evidente dingen te zien. Want ook ‘gewoon', kan prachtig zijn.
Probeer bergen te verzetten, maar vergeet niet de bloemen op te merken.


woensdag 9 maart 2016

Worstelingen

‘Mama’, zegt Norah, ‘het is toch jammer hé, dat er geen flamingo’s in de boerderij wonen…’
Ze kijkt bedenkelijk naar haar tekening.

In de klas leert ze nu al een week over de boerderij, en stilaan komt het besef dat Hello Kitty’s en Flamingo’s niet in dat plaatje passen. Dat heeft even verwerkingstijd nodig.

‘Wonen er geen andere dieren op de boerderij die je mooi vindt?’ vraag ik.
‘Njaaa…’ zegt ze. Ze denkt na.
‘Varkens zijn ook roze. Die zijn dus ook wel een beetje mooi. Maar die zijn ook wel vuil…'
‘Konijnen en poezen zijn zacht. Maar die zijn bruin of wit of zwart. En Hello Kitty is geen boerderijpoes’

...
‘Bestaan er nog andere roze dieren, mama? Opa zegt van wel! Ik ga het hem nog eens vragen straks.'
…  
'Wat jammer van die flamingo’s...' *zucht*

De kennismaking met de échte wereld blijkt hard te zijn voor zo’n kleuter.

Ik vraag me af wat kinderen in oorlogsgebied denken, zo tijdens een stil moment. Of de kinderen van vluchtelingen, die nergens meer thuis zijn.
Zouden zij zich ook zorgen maken om de kleur van boerderijdieren?
Zouden zij überhaupt ooit de kans krijgen na te denken over kinderlijke worstelingen? Zijn hun gedachten zwart van enge gedachten of is een kind in staat kind te zijn ondanks zijn omgeving?


Op school vraag ik de juf welk symbooltje Rube wordt in de klas. Nog exact 1 maand… Mijn maag draait zich in een kleine knoop.
Rube roept in de gang. Hij maakt zich boos op de rits die niet naar boven én niet naar beneden wil.
Bores worstelt met zijn muts. Hij ziet niets meer en hoe harder hij probeert, hoe dieper de muts zakt.

We zitten elk in onze eigen ochtend-strijd.
Maar mijn kinderen hebben kinderlijke problemen en daar ben ik blij om.


‘Mamaaaaaaa!’ roept Norah vanaf de speelplaats,
‘Mamaaaaaaaaaaa!! Mag ik dan nog eens lippenstift aandoen?!'

maandag 7 maart 2016

Kinderhandjes

Norah

7.11u, verdorie, we hebben ons verslapen.
Niet zo gek eigenlijk. Bores heeft vannacht zeker 8 keer gedronken, Rube's droom over de glijbaan was zo levensecht dat hij het letterlijk uitschreeuwde en Norah kon met haar hoest weer de gemiddelde zeehond onder tafel blaffen.

We hadden het op voorhand kunnen weten. Ook het verkeerde been heeft een favoriete uur. Zo rond 7 uur is het gegarandeerd prijs. Aan haar blik zien we dat àlles nu verkeerd zal zijn. Dit is het moment waarop ze in een vlaag van woede zou durven verkondigen dat roze lelijk is. Zò erg is het.

‘Handjeeeeeeeee!!’
‘Jij moet mij EERST aankleden!’
roept ze. Gezien ik niet van plan ben mezelf weer uit te kleden, schenk ik weinig aandacht aan haar wensen.
‘Ik wil die T-shirt ONDER mijn hemdje!
‘Ik ga ZELF mijn T-shirt aandoeoeoeoen!
‘JIJ moet mij helpen!’
‘neeeeeee, dat kleedje is lelijk!’
‘Ik wil het kleedje TOCH aandoen!’


‘Jij moet een onderbroek pakken!’
‘Nee, ik wel eerst zelf kiezen!!’
‘Jij moet naast mij staan als ik kies!’
‘HANDJE GEVEEEEEEENNNNN!!’

‘Jij moet (pas op, dit is een toppertje) een handje geven en met jouw rechterhand de onderbroekjes omhoog kan houden zodat ik met mijn linkerhandje een onderbroek kan pakken!!’
Norah voert de dialoog vooral met zichzelf. De zinnen volgen elkaar zo snel op dat ik niet verder geraak dan enkele verwarde (en geïrriteerde) blikken.
De sfeer zit er alweer dik in.

Beneden vliegen de koffiepads in het rond, en voor 1 keer word ik niet gelukkig van de geur van verse koffie. Mijn ochtendhoofd heeft geen zin in stofzuigen, het koffiegruis krijgt vrij spel.

‘Handjeeeeeeeeee!’ roept Norah.

Het gekrijs nestelt zich als een bourdon achter ons gesprek.
Eigenlijk wilden we op 6 december een hand cadeau doen, in papier ofzo, om de tienmiljoen keren dat Norah om een handje roept met een lach te overbruggen. Dat vonden we zelf supergrappig (mopjes van vermoeide ouders zijn niet altijd even geweldig). Maar de Sint was het met zijn drukke hoofd vergeten. De sukkelaar.


Bores

Ondertussen zit Bores als een klein kuikentje in zijn stoeltje. Zijn hoofdje komt wiebelend boven de tafelrand. Geconcentreerd bestudeert hij zijn handje. En hij kijkt verrast als hij het naar zijn mond brengt.
Met zijn andere hand raakt hij voorzichtig de dikke vingertjes aan. Hij lacht. De ontdekking dat dat gekke dingetje van hém is, vindt hij geweldig.

Zou hij ook ooit tot zo’n punt komen, dat die kleine handjes een reden tot schreeuwen zijn?
Dries en ik drinken onze koffie leeg. We lachen vertederd om de verwonderde blik.

Geleidelijk aan verstilt de achtergrondmuziek.
Norah doet heel erg haar best om zo boos mogelijk te kijken en zet zich bij ons aan tafel.
‘IK wil naast Bores zitten’, zegt ze.
Als we niet kijken, gunt ze haar schattige broertje een kleine glimlach.
De ochtend kan beginnen.

zaterdag 5 maart 2016

Geluk

Toen ik deze morgen in de douche de nacht van me afspoelde, besefte ik wat een gelukzak ik ben.
Om de één of andere reden slaagt alles waar ik mee begin. Misschien heeft het er ook mee te maken, dat ik enkel start met zaken waarvan ik wéét dat ze zullen slagen. ;) Nee, ik ga me niet aan de volgende Belgische kampioenschappen hardlopen wagen. Zelfs de plaatselijke 5km van de Kerstcorrida is voor mij te hoog gegrepen.
Maar toch: ik heb nooit moeten ploeteren. Ik beschik over een goeie bosmaaier, om de paadjes bewandelbaar te maken. Zelfs met hoge hakken.

Ja, ik ben gelukkig.

En toch is geluk méér dan enkel slagen in wat je doet. Het is ook wéten dat je slaagt. Het is niet enkel ondergaan, maar ook het zìen van de mooie dingen.
Het niet vanzelfsprekend vinden, maar het constant beseffen. Dat is geluk.

Met nieuwjaar kregen we dit jaar andere boodschappen dan anders. Het overlijden van mama had er bij iedereen goed ingehakt.
'Wij hopen dat 2016 voor jullie een beter jaar wordt dan 2015', stond er in meer dan één nieuwjaarswens te lezen.
'Hé?' dacht ik dan, 'was 2015 geen fantastisch mooi jaar? Eentje om te koesteren?'
We hebben genoten, gelachen, gehuild, gevloekt. We hebben samen-gewerkt en elkaar omarmd. We hebben gevochten en ondergaan. En nooit eerder werden zoveel knuffels, emoties en (stille) woorden uitgewisseld.

'JA!' roep ik luid, '2015 was prachtig!'
Een eenzame passant kijkt raar op, beeld ik me in. Mijn glimlach gaat van oor tot oor.

's Avonds in bed speel ik Het Grote Bewustmakingsspel. Ik doe het al jaren. Eigenlijk al zo lang ik me kan herinneren.
Ik overloop mijn dag, en probeer bij alles iets positiefs te bedenken. Soms zijn dat banale en cliché gedachten, soms maken ze me écht blij. Maar telkens is er wel iets die laat relativeren en gelukkiger maakt. Of misschien gewoon iets minder ongelukkig, dat kan ook.

Deze blog is daar een perfect medium voor.
Het moeten verwoorden van die kleine dingen, dat maakt nog blijer en relatiever. Als Norah nog-maar-eens de diepste brul in zich naar boven duwt of als Rube zijn ergste streken uithaalt, dan is dat tegenwoordig een potentieel leuk verhaaltje, eerder dan een bron van frustratie.
Een heerlijk punt om toe te komen.

Ik hoop dat de kinderen later de verhaaltjes zullen lezen. Dat ze misschien stiekem zullen denken: 'sorry, mama, voor het slaapgebrek en de overdosis boosheid die in me schuilde.' 
Maar dat ze vooral moeten lachen om zichzelf.
En dat ze met die lach rondom zich leren kijken, zodat ook zij het kleine geluk tastbaar kunnen maken.

vrijdag 4 maart 2016

Een speelhoek als thuisbasis voor kleine helden


Ok, het is al even geleden: 6 december. Maar ik kwam het filmpje van de Making Of van onze speelhoek tegen en ik werd weer helemaal enthousiast.

De kinderen van mij én die van zus Yanne zijn elke dag bij ons in het atelier. Tot december was het atelier voor hen eigenlijk een saaie bedoening. Niet alleen zij, maar ook wij hadden wat nood aan structuur in het spelen, want met zoveel chaos was het verleidelijk om met ons werkmateriaal aan de haal te gaan.
Sinterklaas leek ons een ideale gelegenheid om die kinderlijke - heel erg presente - aanwezigheid wat in te tomen, en met een geweldig kinderhoekje op de proppen te komen.

En toen hadden wij geluk: Sinterklaas kwam met hetzelfde idee! Deze brief vonden wij enkele dagen voor de verjaardag van de Sint:

Beste Mama’s,

Wat een mooi atelier hebben jullie! En wat leuk dat de kindjes daar zoveel kunnen spelen.

Soms is het daar wel wat rommelig voor zoveel kindjes... Piet en ik willen graag wat speelgoed
brengen. Maar zou het niet fijner zijn als dat leuke speelgoed in een mooie speelhoek staat? Een hoekje, speciaal voor de kindjes, dat lijkt ons wel wat!

5 december is voor ons uiteraard een hele drukke dag (en nacht). We zouden dan ook aan jullie vragen om ons een handje te helpen.
Als wij het speelgoed brengen, willen jullie dan een hele mooie hoek inrichten voor de kindjes?

Hoogachtend,
Sinterklaas

  
Als Sinterklaas dat vraagt, dan doen wij dat uiteraard met véél plezier! ;-)

Eerst was het plan een schim van een nepsint in ons filmpje te laten passeren (want de echte Sint had het veel te druk die dag), maar de vermomming van die Sint had beter gekund. Dus we lieten het maar zo.



Een verloren plekje in ons atelier, werd een geweldig gezellig hoekje met voor elk wat wils. Er is een boekenhoek met een bankje en kussens om knus te zitten lezen. Er staat een bureau met potloden en stiften, voor de kleine kunstenaars. Voor de koks bracht Sinterklaas een keukentje, die wij wat pimpten. 
En er is een ijskraam! Dat mocht niet ontbreken, want Norah speelt ijskraam bij elk gat waar haar hoofd door past. Daar roept ze dan ‘Ijsje te kou! Ijsje te kou!’ ('Te koop’ heeft ze niet helemaal goed verstaan.)

Na lang knutselen, foefelen en bricoleren waren de mama’s zichzelf niet meer door het plaatsvervangend plezier. Want dat is het ding met Sinterklaas. Door al dat stiekem gedoe word je uitgedaagd om compleet te ver te gaan. Cadeautjes krijgen is leuk. Maar nu ik zelf mama ben, vind ik 6 december nòg leuker!

 





De reacties van de kindjes waren euhm… kinds.

Anna deed een rondedansje op de sinterklaasmuziek. Zij had niet door dat er iets veranderd was. Rube poogde een wereldrecord ‘Meeste Maria’tjes in 1 mond en 2 handen in 30 seconden’. Tuur merkte een staf met snoepjes op (lag dat in een spiksplinternieuw ijskraam?! Euh. Niet gemerkt...). En Norah was heel blij met de blanco blaadjes om op te tekenen.

Maar! Het zou een blijvertje worden. Geen speelgoed waar na 2 weken niet meer mee gespeeld wordt, maar een thuisbasis voor kleine helden.


 

Tips voor de inrichting van een speelhoek

  • werk niet te veel met commerciële figuren. Zelfs al lijkt dat nu ondenkbaar: voor je het weet zijn de kinderen niet meer zo dol op Bumba. Kiezen voor een bepaald kleurenpalet is dan wél weer een goed idee. Zo heb je een houvast bij het kiezen van accessoires, en past alles sowieso bij elkaar.
  • Zoek het niet te ver en probeer iets nieuws te zien in wat reeds aanwezig is. Een rekje op zijn kant kan perfect dienen als zitbankje, en met enkele kussens erbij heb je een geweldig snoezelhoekje. Van een verloren hoekje achter een rek maak je dan weer zonder grote ingrepen een heerlijk winkeltje/ijskraam/bar/… (ook een aanrader: een afneembaar paneel. Als de kinderen het ijskraam beu zijn, hebben ze in no time een eigen coffeebar)
  • Zorg voor afwisseling. De zoon mag dan wel dol zijn op auto’s, het is altijd een aanrader om ook een pak kleurpotloden of enkele boekjes te hebben. Je weet immers nooit hoe lang de auto-obsessie zal blijven duren en misschien geraakt hij wel geïnspireerd door de aanwezigheid van iets nieuws.
  • Kinderen vinden hoekjes vaak fijn. Aarzel dus niet om de ruimte op te delen. Misschien kan je zelfs met een toegangspoort werken?
  • Voorzie genoeg opbergruimte, die de kinderen zélf kunnen benutten (gemakkelijk open en dicht te doen)
 






woensdag 2 maart 2016

Ochtendlijke lingerievoorkeuren

'Neeeeeeeeeeee!!' schreeuwt Norah. Met de handen voor het gezicht laat ze zich dramatisch neervallen.

Het is nog vroeg. Ik ben nog maar net wakker en sta me aan te kleden in de badkamer.

'Wat is er?' vraag ik.
Norah huilt. Tiert. Schokt.
'Jij MAG geen blauwe bh aandoen! Dat is niet EERLIJK!' roept ze.

Ik schenk niet te veel aandacht aan haar anti-blauwe gedachten.
In onze badkamer staan we open voor veel meningen, maar ik heb geen zin in een ochtendlijke discussie.
Met een hoofd dat hoopt dat ik terug in bed ga kruipen, plof ik op toilet.
Ik schuif de deur toe, zodat de vloed aan blauwe verwijten me niet kan raken.

Het is stil, als ik de deur weer openmaak.
Norah kijkt me zelfzeker aan.

'Weet je welke bh ik ga kopen, als ik groot ben?
ROZE! Met allemaal hartjes.
En strikjes en bolletjes en glitters!

...

EN ONDERTUSSEN KOOP IK OOK EEN SUPERGROTE ZAK SNOEP!!!!!!'

De grijns staat niet echt sympathiek op haar gezicht, maar ik ben tevreden met de oplossing.
Het zakgeld zal nog niet voor direct zijn.

dinsdag 1 maart 2016

Relax, mama!

Het is bedtijd voor de kindjes. Na het verhaaltje kruipt Rube gewillig op zijn plekje in het bed.
'Geselliiiiiii dekentje!' roept hij. Ik leg zijn gezellig dekentje over hem.
'Soentje en kakkeviend!' (= zoentje en dikke vriend. Norah na-apen is niet zo moeilijk, maar wàt precies hij zegt, daar heeft hij geen idee van.)

Na de nodige zoentjes, knuffels en zilverzacht-goedenachten, gaan we naar beneden.
En het is stil.

Nog steeds.

Dat we ooit op zo'n punt zouden komen, dat hadden we niet durven dromen.
Deze zomer hadden we nog àlle wondertechnieken der slaaptraining getest. Rube werd bijna 2 jaar en wij vonden niet dat we nog langer goedkeuring aan onze peuter moesten vragen om te mogen slapen.

We zetten een zetel in zijn kamer en werden een deel van het interieur, we kampeerder achter de deur, we goochelden met de 4-minutenregel, we vertelden verhaaltjes, zongen liedjes, maakten grapjes, werden kwaad en verloren heel af en toe de moed.
Rube wou niet slapen.

De angst dat onze zoon zijn stembanden nooit nog op een normale manier zou kunnen gebruiken werd steeds groter. Dus we plooiden: hij mocht bij papa in bed slapen, en mama verhuisde naar een ander bed.
Maar niet nadat we alles hadden geprobeerd. En dan bedoel ik: ook de meest idiote hulpmiddeltjes. 
Zo kwam ik via via terecht bij de Snoozzz. Een systeem met klittenband dat ervoor zorgt dat je kind niet kan rechtstaan. 'Als hij niet recht kan staan, valt hij vanzelf wel weer in slaap,' dachten we zo.
O jee, nu ik dit schrijf besef ik pas hoe dom ik was, toen ik dacht dat dit zou helpen. 
Steek het gerust op mijn oververmoeide en hoogzwangere lijf.

In elk geval: Rube laat zich niet zomaar doen.

Ik bracht de klittenband aan zoals omschreven: deel 1 rond de matras, deel 2 rond het middel van Rube.
'Slaapzacht, Rubeke!' zei ik, of hoeveel onwaarheid in 1 woord kan omvatten.
'Greeerrrmmmmmmmmmmmmmm', zei Rube. De poging recht te staan lukte voorlopig nog niet.
Ik ging de kamer uit en wachtte. Verder dan wat inspanningsgeluiden kwam Rube niet, dus ik waagde me naar beneden.
De volle 5 minuten later was ik bijna opgelucht (of nee, toch niet) bij het horen van dat oude vertrouwde keelgeluid.
Ik zou hem volgens plan rustig gaan troosten tot hij in slaap viel.
Maar wat ik boven aantrof, was niet helemaal wat ik had verwacht.

Rube stond wél recht in zijn bed. 
Aan zijn rug hing een matras.
Stel-je-voor.

De situatie was schrijnend en hilarisch tegelijk. En gelukkig werd tegelijk met Bores een nieuwe moeder geboren. Eentje die relax is en geen regeltjes meer volgt. Eentje die alle pedagogische tips beleefd links laat liggen, en voluit voor het buikgevoel gaat.
(Nee, het is heus geen verplichting jouw kind op 6 maanden zijn eigen kamer te geven. Dat kan evengoed op 6 jaar. Of als hij een lief heeft die de nachtshifts kan overnemen.)

En dat kan ik iedereen met twijfels meegeven: luister naar de voorschriften, en vergeet ze. Relax, en ga mee met het ritme van jouw kind.




De beste beslissing die ik bij Bores maakte, was dat ik geen doelen zou stellen. 
Nachtvoedingen worden niet geteld.
Ik streef niet naar doorslapen.
Een eigen bedje is geen must.
In mijn armen slapen is absoluut toegelaten.
Liggend voeden om vaker te kunnen bijtanken is prima.
En af en toe een zoentje kunnen geven op dat warme hoofdje, dat is mooi meegenomen. ;-)

De kostbare minuten die ik anders verspilde om uit te rekenen hoe vaak ik die nacht al wakker was geweest, gebruik ik nu om te slapen.

Een aanrader!